
Dit jaar start voor de meeste mensen in loondienst positief: het nettoloon op het loonstrookje stijgt een beetje. Personeelsleden die het minimumloon verdienen zien een stijging 19 euro op hun loonstrook en mensen met een modaal inkomen, krijgen 9 euro meer onderaan de streep. Dat blijkt uit jaarlijks onderzoek van salarisverwerker ADP. Dit geldt overigens niet altijd voor parttimers en jongeren beneden de 21 jaar. Soms leveren zij een paar euro’s per maand in.
Combinatie van factoren
De lichte nettoloonstijging voor de meeste werknemers heeft volgens ADP te maken met een combinatie van factoren: lager belastingtarief in de eerste schijf, hogere heffingskortingen en de stijging van het minimumloon. Alleen werknemers die minder verdienen dan het fulltime minimumloon, bijvoorbeeld parttimers en jongeren onder de 21 jaar (minimumjeugdloon), krijgen dit jaar minder arbeidskorting en houden onderaan de streep dan ook iets minder over. Bij een (parttime) brutoloon van 1.700 euro per maand gaat het om zo’n 3 euro minder in vergelijking met vorig jaar.
Compensatie thuiswerkvergoeding
De lichte nettoloonstijgingen zullen de stijgende kosten voor levensonderhoud in veel gevallen niet compenseren. Volgens Eurostat komt de inflatie dit jaar boven de 5 procent, de Rabobank verwacht dit jaar een inflatie van 3,8 procent. Veel hoop is gevestigd op de thuiswerkvergoeding die vanaf dit jaar belastingvrij tot 2 euro per werkdag betaald mag worden. Werknemers moeten zich echter niet direct rijk rekenen. In veel gevallen compenseert de thuiswerkvergoeding het (deels) wegvallen van de reiskostenvergoeding namelijk niet. Met ingang van dit jaar mag de reiskostenvergoeding namelijk alleen nog worden betaald op basis van het werkelijke reispatroon. Het blijft de vraag hoe werkgevers arbeidsrechtelijk met de reis- en overige kostenvergoedingen omgaan.
Gewijzigde pensioenpremies
Hoewel het algemene beeld dat de meeste werknemers erop vooruitgaan in alle sectoren overeind blijft, zijn er wel wat kleine sectorale verschillen. Dit wordt veroorzaakt door gewijzigde pensioenpremies. Een opvallende uitschieter zien we bij de overheid, waar de pensioenpremie daalt. Een ambtenaar met een modaal inkomen betaalt daardoor 2,57 euro minder pensioenpremie dan in 2021.
Aanvullend pensioen
Waar gepensioneerden vorig jaar hun aanvullende pensioenen nog iets zagen dalen, pakt dat dit jaar door lagere belastingen en een lagere bijdrage voor de Zorgverzekeringswet beter uit. Een aanvullend pensioen van 500 euro per maand stijgt met 1,33 euro. Ontvangt iemand een aanvullend pensioen van 2.500 euro dan staat er vanaf deze maand 7 euro meer op de rekening. Ook de AOW-uitkeringen stijgen. Voor een alleenstaande stijgt deze uitkering met 18 euro. Voor gehuwden of samenwonenden met een partner die ook AOW ontvangt, stijgt de uitkering met 13 euro per persoon.