Jessie van de Ruit: nieuwe start na lang blessureleed
Jessie van de Ruit. Foto via Handbalstartpunt.nl

Aan niets is te zien dat ze er twee jaar met een ernstige blessure uit heeft gelegen. Vrolijk maar intens gedreven rent VOC-spelverdeelster Jessie van de Ruit tegen laagvlieger BFC rond door de Beekse sporthal. “Blij dat ik het allemaal weer kan,” opent ze het gesprek na het met 20-39 gewonnen duel.

Door: Frits Feuler

De inspanningen van pakweg tweemaal een kwartiertje tempohandbal zijn op het gezicht van de 19-jarige Purmerendse die de afgelopen twee jaar zo snel mogelijk wil vergeten, duidelijk af te lezen. “Ik scheurde mijn kruisband, er wachtte een lange revalidatie. Vervolgens kwam daarna opnieuw een klap omdat alles rond corona het sporten op een lager pitje zette. Toen ik eenmaal weer dacht te kunnen spelen, raakte ik aan mijn rechter schouder geblesseerd. Weer wachten!” Hoe slecht kan een gedreven sportvrouw het treffen!

Hersteld

Pas afgelopen zomer was ze volledig hersteld, maakte toen ook pas haar officiële debuut in de Amsterdamse hoofdmacht. Geen angst dat het toch weer mis zou gaan? Het woordje angst kent ze niet. Blij dat ze als een jong veulen weer de wei in mocht. Handballen is haar passie. “Veel aan krachttraining gedaan, stilzitten is voor mij geen optie. Ik heb bepaalde doelen die ik wil halen met mijn club maar ook met Oranje U20.”

Met de lichting U17 werd ze twee jaar geleden in Azerbeidzjan tweede op de Europese Jeugd Olympisch Toernooi. Een mooie opsteker voor het EK dat twee weken later begon in Slovenië en waar Van de Ruit tot in totaal 24 treffers kwam. “Dat eindresultaat was een grote teleurstelling, niet alleen voor mij maar voor de hele ploeg,” kijkt Van de Ruit terug. “We hadden ons zoveel voorgesteld van dit EK, werden uiteindelijk vijftiende en degradeerden. Begonnen met een 21-22 verliesbeurt tegen Duitsland. Denemarken hielden we op een gelijkspel, Portugal wonnen we. Maar omdat Duitsland van Denemarken verloor, gingen die teams door voor de bovenste plekken.” Voor Oranje restte het spelen om plaats 9 tot en met 16. Slovenië, Montenegro en Kroatië bleken sterker dan het opgebrande Oranje dat alleen nog het duel om plek 15 won van Spanje. “We hadden ook alle pech: de vingerblessure van Kim Molenaar, zelf lag ik er in het eerste duel na acht minuten ook al uit en speelde daarna verder met veel tape en een enkelbrace.” Opgeven is geen optie voor de fanatieke spelverdeelster.

Opleiding

Haar manier van spelen past prima bij VOC en Van de Ruit die als vijfjarige de eerste handbalstappen zette bij de plaatselijke club Vido maar al snel richting Amsterdam vertrok. Alle jeugdteams doorlopen, stilaan kwam de hoofdmacht in beeld. Beachhandbal speelde ze tussendoor ook maar ze maakte uiteindelijk de keuze voor de zaal. “Van die keuze heb ik geen spijt,” licht ze die beslissing toe. “Ik ben in onze ploeg of bij de nationale jeugdploeg geen echte schutter, af en toe een onderhands schot. Ben er vooral op uit om medespeelsters naast me of aan de lijn van bruikbare ballen te voorzien.”

Een degelijke handbalopleiding binnen de club: kijken, leren en doen, in combinatie met de vele trainingsuren en faciliteiten op de HandbalAcademie. Dat is een stevige basis die haar verder moet helpen om de stap naar het grote Oranje te zetten. “Ja, daar droom ik wel van,” grapt ze, maar dan, ernstig: “Maar er zijn meer kanshebbers die hetzelfde denken en hopen. Je moet iedere training en wedstrijd alles geven, stap voor stap vooruit. Als die stap naar het hoogste niveau niet lukt, ben ik zeker teleurgesteld. Natuurlijk kijk je ook naar opties die je in zwaardere buitenlandse competities kunt oppikken. Denemarken, ja dat snelle spelletje past goed bij mij. Duitsland is meer het fysieke handbal, heb daar wel eens met mijn ploeggenote Michelle Goos over gesproken.” Van de Ruit weet wat haar te wachten staat mocht die stap over de grens er ooit van komen.

WK U20

Duidelijke doelstellingen dus in de weg omhoog. Zeker nu Oranje op dit moment actief is op een groot eindtoernooi zie je aan haar blik dat ze daar ook ooit zou willen staan. De route daar naartoe is erg lastig is, weet ze inmiddels. Ze zet er alles voor opzij. Ook tegen debutant BFC oogt de nummer 10 gedreven: boos kijken – ‘Is dat zo?’ – als het even niet loopt bij haar of binnen de defensieve afspraken van de ploeg. Centraal in de dekking, centraal ook in de aanval. “Ik kijk altijd zo,” glimlacht ze waarmee ze min of meer haar wedstrijdinstelling bloot legt. Verbaal is ze duidelijk te horen in een verder lege sporthal. “Communiceren noem ik dat!” grinnikt ze. “BFC maakte wat onnodige overtredingen en dat kan ik niet hebben. We moeten dinsdag inhalen tegen SEW, zaterdag komt Venlo naar ons toe. Een prima ploeg, waar we destijds flink van verloren mede ook omdat we niet compleet waren. Twee topduels, iedereen wil fit zijn. We willen met een goed gevoel naar het kerstdiner!”

Eind november ging voor Oranje U20 het WK-kwalificatietoernooi in Oostenrijk, met Litouwen als tweede tegenstander, niet door en is verplaatst naar begin maart. “Winnen moeten we, karakter tonen, anders komt het WK (22 juni tot 3 juli in Slovenië, FF) komende zomer in gevaar, want alleen de nummer 1 gaat verder. Ik verheug me op zo’n eindtoernooi, het zal de laatste activiteit zijn voor de meesten van mijn lichting binnen de nationale jeugdselecties.” Dan wacht mogelijk de stap naar het grote Oranje, de selectie waar ze begin september door interim-coach Monique Tijsterman al op de longlist van 29 speelsters voor het WK werd gezet. Een teken dat Jessie van de Ruit ‘in beeld’ is voor haar volgende handbalfase. Op haar positie in de nationale ploeg is de concurrentie enorm, weet ze inmiddels.

De uitsmijter in het gesprek mocht er ook zijn: in 2018 viel haar de Sportaward van de gemeente Purmerend ten deel. “Ja, totaal niet verwacht. Leuk om mee te maken, vooral de speech die ik daarna moest geven! ” schatert ze.

Dit artikel verscheen eerder op handbalstartpunt.nl.