Corona blokkeerde de finale afgelopen december. Maar zondag 22 mei konden de finalisten zich alsnog laten horen. Vijftien finalisten stonden op het podium van de Mary Dresselhuys in het DeLaMar. Allen begeleid door het Ouderen Songfestival Orkest onder leiding van artistiek leider, pianist en arrangeur Kees van Zantwijk en aangekondigd door Eva Zwaving. Ten overstaan van jury en publiek zongen ze hun zelf gekozen lied. Het lied dat ze van de voorronde naar de Grande Finale bracht.
Het repertoire was veelzijdig, van Nederlandstalige kleinkunst tot een Oekraïens, momenteel veel gezongen, lied, van heavy metal tot jazz, van musical tot operette. Voor zowel de jury onder voorzitterschap van Hans Klok als het publiek was het een uitgemaakte zaak. De Amsterdammer John Spoel verdiende met zijn diep doorvoelde vertolking van Ik heb je lief, mijn lief zowel de 1e vakjuryprijs als de Hans Martinusse|Amsterdam publieksprijs. Een waar eerbetoon aan Frits Lambrechts die dit lied in 2004 schreef.
De 2e vakjuryprijs ging naar Berry Reijnen uit Oss. Deze fervent liefhebber en schatkistbewaarder van de operette won met Ja, das Schreiben und Lesen uit Der Zigeunerbaron van J. Strauss werd onder andere geprezen om zijn prikkelende interactie met het publiek. Met zijn varkensgeknor had hij de lachers op zijn hand.
Guido Lamm uit Heerhugowaard is de winnaar van de 3e vakjuryprijs. Hij zong Johnnie, het lied dat bekend is van Willem Nijholt. Dat de bezongen herinnering een vergelijkbare is van die van de finalist was voelbaar. Zijn interpretatie was puur, kwam van binnenuit.
Wytse Hospes uit Tersoal en Joki Beerendonk uit Uithoorn delen samen de internetprijs. Hospes veroverde de digitale wereld met Syn leafde foar see van Wietze Postma. Beerendonk met, ‘misschien wel de prachtigste ode aan Amsterdam’ zoals presentator Eva Zwaving het verwoordde, Amsterdams parfum.
Bekijk hier alle finalisten van de 30e editie.
