
Twee weken geleden viel bij beiden de uitnodiging voor de voorselectie van Oranje dat zich voorbereidt op het verdedigen van de wereldtitel in Spanje, op de deurmat. Stilletjes weer gehoopt en ook nog gekregen: Kim Molenaar en Pipy – spreek uit: pipei – Wolfs blijven nuchter: aan niets is te merken dat de youngsters naast hun schoenen lopen nu hun namen bij interim-bondscoach Monique Tijsterman in het boekje staan. Trainen op Papendal met de grote meiden die twee jaar geleden de wereldtitel kaapten, is al heel wat. Het drielandentoernooi in Noorwegen, eind december, is nog niet aan de orde, net zoals het ticket naar Spanje. Maar wat er daarna gebeurt?
Door: Frits Feuler
Wat ze dus wel al een hele poos doen is nadenken over hun handbaltoekomst, zo bleek maar weer eens na het met 31-39 gewonnen duel tegen de generatiegenoten van Vlug en Lenig. WK’s, EK’s, Olympische Spelen, alles komt voorbij. Beiden realiseren zich dat de weg naar zo’n groot evenement staat of valt met presteren bij de club en de jeugdselectie, blessurevrij blijven en op termijn de juiste club in het buitenland treffen.

Kilometervreter Wolfs – ‘op de Handbalacademie worden we wel eens daarop getest’ – sprint, duikt, rakkert in het centrum van de dekking. Kiest in aanval positie aan de lijn waar ploeggenote Kim Molenaar haar een aantal malen feilloos bedient. In Oranje U17 en 19 zijn ze de aanjagers, echter afgelopen zomer eigenlijk op een Europees te laag treetje. Alles moet blijkbaar stap voor stap gaan, weten ze inmiddels. “Natuurlijk, Vlug en Lenig is een goede ploeg, spelen we graag tegen. Zeker met een open dekking kan ik goed positie kiezen en is een blik met Jalisha Loy, Kim of Lynn Kuipers voldoende op de bal perfect aangespeeld te krijgen,” verwoordt Wolfs die eerst de overstap vanuit Hengelo naar DSVD maakte, haar positiespel aan de lijn. Op zoek naar nieuwe uitdagingen bij VOC, nieuwe leermomenten ook. “En lukt dat een keer niet, dan passen we onze tactiek aan.” Klinkt als een ‘abc’tje’ voor de Twentse.
Veel trainen
De hele week trainen Molenaar – zij viel kort voor het einde van het duel in Geleen ongelukkig op haar hoofd en hield daar een dikke bult en hoofdpijn aan over – en Wolfs kneiterhard op de Academie. Weten drommels goed waarom ze daar, naast hun beider studies, alle energie insteken. Molenaar: “Natuurlijk is Oranje voor mij persoonlijk het hoogste doel.” Ze zit er wat sipjes bij in het cafetaria met een ijszak op haar pijnlijke hoofd. “Ben blij met alle stappen die ik tot nu toe heb gemaakt. VOC is voor mij geen eindstation, volgend seizoen probeer ik bij een goede club in het buitenland de volgende stap te maken.” Haar voorkeur ligt duidelijk in Denemarken. “Daar kom ik met mijn manier van spelen het beste tot mijn recht, al weet je nooit alles van tevoren. Andere meiden zoals Dione Housheer hebben laten zien dat je in die sterke competitie goed gedijt.”
Duo
Zij speelt al lang samen met Pipy, de twee voelen elkaar ook op het Geleense parket haast blindelings aan. Beiden rammen er ieder een stuk of acht binnen: de ene keer schiet Molenaar snoeihard vanaf de stippellijn of vanaf de strafworpstreep, tweemaal draait Wolfs de bal om de Geleense keeper. Alsof het geen moeite kost. Een stukje trainingsvlijt komt hier boven. “Ik moet zoveel mogelijk kunnen spelen, met vijf minuten per wedstrijd raak ik mij energie niet kwijt!” glimlacht Wolfs fijntjes. Inmiddels was het tweetal ook op de HandbalAcademie beland, de alom geroemde kweekvijver van talenten. “Dan ben je niet ver meer af van de grote stap naar het buitenland,” weten ze inmiddels. Met eind van de maand voor de tweede keer die ‘opvulling’ bij het grote Oranje. Een snuffelstage klinkt beter. “Op mijn positie in de opbouw staan nu nog heel wat routiniers, die speel je niet zomaar van de vloer,” is Molenaar helder. Vast van plan is om met haar twintigste in een sterkere competitie te spelen. Dat loopt als een rode draad door haar handballeven.
“Aan de lijn is het nu ook dringen met vier of vijf meiden voor me,” duidt Wolfs op haar positie. Toch een mooie gelegenheid om bij de wereldkampioen ervaring op te doen, je laten zien en kleine dingetjes op te pikken van die ervaren meiden. “Ik droomde er al tijd al van om ooit op de Spelen te mogen meedoen,” merkt Wolfs lachend op. “Is het niet in 2024, dan richt ik me op 2028. Tijd genoeg, ook voor een WK of EK.” Ook Molenaar heeft zo’n traject in haar hoofd. “Spelen in 2025 op het WK in eigen land is natuurlijk iets heel aparts!” En Wolfs vult aan: “In het oranje shirt, met je eigen naam erop!”

De Haze
Met hun clubtrainster Rachel de Haze maakten beiden enkele jaren geleden al kennis op de Academie als assistent-coach. Trots is de voormalig VOC-speelster op haar nog vrij jonge groep die de klus in Geleen in de tweede helft klaarde. “Lastige wedstrijd, zeker. Vlug en Lenig heeft ook veel snelheid in de benen. In de eerste helft werden we wat overrompeld, moesten we even onder moeilijke omstandigheden schakelen. Niet scherp in de dekking, beetje rommelig. Eenmaal op plus drie was de druk eraf en konden we uitspelen.” Zij ziet de vruchten van haar werk dat het grootste deel van de week in Arnhem plaats vindt, terug op het veld. “Al had ik liever de ploeg de hele week bij me gehad, maar dat is de keuze die we als club maken. Af en toe kijk ik wel eens mee op de Academie, de contacten zijn goed en de speelsters worden alleen maar beter.”
Tegen Handbal Venlo werden punten gemorst. Volgende week opnieuw een topduel als VZV op bezoek komt. Tot dat moment heeft hebben Molenaar en Wolfs al weer de nodige trainingsuren op de teller staan. De concurrenten zitten niet stil. De race naar hopelijk een nieuwe landstitel duurt nog lang.
Bron: Handbalstartpunt.nl