Nachtburgemeester Freek Wallagh strijdt volop voor Amsterdamse nachtleven
Nachtburgemeester Freek Wallagh

Het Amsterdamse nachtleven is veel meer dan alleen feesten tot in de vroege uurtjes. Het is een broedplaats voor creativiteit, vrijheid en gemeenschap. Terwijl de stad volgens velen steeds strakker in het keurslijf van regelgeving, gentrificatie en vertrutting wordt gedrukt, vecht de Stichting Nachtburgemeester om ruimte te behouden voor kunst, muziek en subculturen. Vrije Tijd Amsterdam stelt een aantal vragen aan nachtburgemeester Freek Wallagh.

Wil je allereerst Stichting Nachtburgemeester eens introduceren?

“Stichting Nachtburgemeester zet zich in voor een zo vrij, experimenteel en lief mogelijke stad waarin nachtcultuur floreert. Muziek, dans, kunst, drag: wat ons betreft is Amsterdam op z’n mooist wanneer zo veel mogelijk mensen creatief hun ei kwijt kunnen en bouwen aan iets moois. Mijn team en ik werken onder de noemer “Red raar Mokum”, wat voor ons de lading dekt. Het meeste werk dat we doen is achter de schermen, maar ook spreken wij ons uit wanneer we wat ons betreft de verkeerde kant opgaan als stad.”

Wat betekent het voor jou om nachtburgemeester van Amsterdam te zijn?

“Als Amsterdammer vind ik het een geweldige eer om iets terug te kunnen geven aan mijn stad. Ik begon met werken in de nacht op mijn vijftiende. De nacht heeft mij gemaakt tot wie ik ben: het gaf me vrijheid, de kans mezelf te ontdekken en gaf me een gemeenschap om me heen die me thuis liet voelen, me liet voelen dat ik oké was. De nachtcultuur van Amsterdam heeft mij zo veel gegeven. Die kans gun ik iedereen.”

Hoe gaat het op dit moment met het nachtleven in de stad?

“Dat is een lastige. Aan de ene kant vinden kunst en cultuur altijd wel een manier om te overleven. De Roxy, Ruigoord, Paradiso: allemaal iconische plekken die ooit gekraakt zijn. Ook de ravescene vindt altijd wel een plek. Aan de andere kant staat de nacht enorm onder druk: bestaande clubs hebben moeite met rondkomen en voor nieuwe initiatieven is het ontzettend lastig om een plek te krijgen. Denk bijvoorbeeld aan Echo of Raum. Gentrificatie, vertrutting, regeldruk: vaak lijkt het alsof de leegloop van de Amsterdamse nacht steeds sneller gaat. Kijk naar het nieuwe horecabeleid: ook dat zal het voor bestaande initiatieven nog moeilijker maken om te opereren.”

Wat maakt het Amsterdamse nachtleven zo uniek?

“Voor mij betekent écht Amsterdams nachtleven vooral de gigantische mix aan wat je hier kunt vinden. Het mooiste aan een avond uit vind ik dingen zien, horen of ontdekken die normaal aan me voorbijgaan. Amsterdam mag enorm trots zijn op hoeveel subculturen hier door de jaren heen hun thuis gevonden hebben: techno, hiphop, burlesque, drag, house. Ik probeer altijd van alles zo veel mogelijk mee te pakken en vind het prachtig dat in zo’n relatief kleine stad als die van ons zo veel Amsterdammers op hun eigen manier de nacht en onze stad mooier maken.”

Onlangs zijn er zes Amsterdammers onderscheiden met eretitel Nachtridder. Kun je hier iets meer over vertellen?

“Het meeste van je werk als nachtburgemeester vindt plaats achter de schermen, met het proberen om een positieve invloed te hebben op beleid. Maar het is belangrijk dat we trots en open naar de rest van de wereld duidelijk maken dat onze gemeenschappen ertoe doen. Veel Amsterdammers werken nacht in, nacht uit aan een betere stad. Vaak krijgen zij niet de credits die ze verdienen. Wij hebben de nachtridderschappen in het leven geroepen om hen te bedanken, en aandacht te vragen voor de thematieken waar zij zich voor inzetten.”

Hoe gaat het met het QUEER-nachtleven in de stad?

“Geweld tegen Queer stadsgenoten neemt de laatste jaren op gruwelijke wijze toe, en veel Amsterdammers voelen zich niet veilig op straat. Het is ontzettend belangrijk dat we werken aan veiligere plekken voor de Queer gemeenschap, en dat thuishonken faciliteren waar mensen zichzelf kunnen zijn zonder angst om beoordeeld of lastiggevallen te worden. De laatste jaren zijn er veel initiatieven die proberen hieraan bij te dragen, maar de stad mag hun wat mij betreft meer helpen dan nu gebeurt.”

Met welke bijzondere initiatieven of projecten is de Stichting Nachtburgemeester op dit moment bezig?

“Samen met onder andere Jellinek hebben wij het Nightlife Care Network opgericht, een gratis consultatie uur voor nachtburgers die last hebben van eenzaamheid, verslaving of andere complexe problematieken. Ook werken wij momenteel hard aan een mentorschapsprogramma voor de nieuwe generatienachtmakers. Ook zijn wij betrokken bij de Dress & Dance, een veilige kleedruimte voor Queer Amsterdammers in de nacht. Hier kunnen zij zich omtoveren wanneer zij zich niet prettig voelen om in hun feestkledij over straat te gaan.

Behoefte nachtcultuur jongere Amsterdammers

“Verder doen wij onderzoek naar behoeftes in de nachtcultuur, al zeker die van jongere Amsterdammers. Daarnaast begeleiden we momenteel meerdere kleine initiatieven in hun contact met de gemeente. Ook organiseren wij zelf evenementen, om nachtcultuur een volwaardige rol te geven tijdens stedelijke vieringen. Denk bijvoorbeeld aan onze samenwerkingen met Amsterdam 750 of met het Comité 4&5 mei.”

Hoe denk je dat het nachtleven er over 5 jaar uitziet in Amsterdam?

“Tja, tussen wens en werkelijkheid hè? Wat mij betreft gaan we de komende jaren structureel meer ruimte geven aan muziek, kunst en nachtcultuur. Amsterdammers plek geven zelf dingen op te bouwen. Er zijn ontelbare initiatieven in de stad die klaar staan om te experimenteren en hun steentje bij te dragen, dat geeft me hoop.”

Vinexwijk aan de Amstel

“Maar helaas sluiten momenteel bestaande locaties sneller dan dat er nieuwe bijkomen, en met de steeds doordenderende gentrificatie maak ik me zorgen dat we over enkele jaren een keurige vinexwijk aan de Amstel geworden zijn. De komende paar jaar wordt het erop of eronder, dus juist nu is het belangrijk dat we ons uitspreken en ons plekje in de stad terugpakken.”

Als jij zelf uitgaat… Hoe ziet zo’n nacht er dan uit?

“Als ik uitga probeer ik zo veel mogelijk mee te pakken: zelden zie je mij de hele nacht op één plek. Geef mij maar zo veel mogelijk muziek, performance en kunst. Ik zoek een dansvloer waar een hoop gebeurt, en kaders en restricties van de dag die even niet uitmaken. Ik ben dan ook een sociale clubber: ik vind het heerlijk om op de dansvloer nieuwe mensen en perspectieven te leren kennen. Ik dof me uit, neem wat mensen mee waarvan ik hou en dwaal tussendoor tevreden door de stad. Amsterdam is zo mooi ‘s nachts, en tussen de hectiek van de club kan ik eindeloos genieten van de stilte van de straat.”

Spreken met nachtmakers en bezoekers

“Als ik aan het werk ben is het anders: dan ga ik van de ene naar de andere tent om daar met nachtmakers en bezoekers te spreken. Het is belangrijk dat ze weten dat mijn team en ik klaarstaan om te helpen. Het is mijn doel om aan het einde van mijn termijn elke club, bar of kroeg in onze stad bezocht (en hopelijk geholpen) te hebben.”

Wat is de gekste of grappigste situatie die je als nachtburgemeester hebt meegemaakt?

“Dit is een hele lastige. Mijn werk is nooit saai, en iedere nacht gebeurt er wel weer iets merkwaardigs. Een van mijn persoonlijke favorieten was in de aanloop naar ons benefietevenement bij club Church. Wij gingen daar geld inzamelen voor PrEP medicatie. In de middag moesten wij vloekend een doodskist naar binnen slepen voor een van de acts. Het is niet hét vreemdste wat ik meegemaakt heb, maar wel zo’n moment waarop ik me realiseerde hoe maf mijn baan soms eigenlijk is.”

Hoe kunnen Amsterdammers bijdragen aan een mooi nachtleven in Amsterdam?

“Uiteindelijk is het simpel: je leeft in een stad waar altijd iets te doen is, maak daar gebruik van. Als Amsterdammer kan je je leven lang ontdekken, en je doet jezelf tekort wanneer je niet probeert te genieten van wat er ‘s nachts allemaal gebeurt. Daarnaast moet je je realiseren dat je in een stad woont, dus dat een beetje herrie erbij hoort. Ik heb weinig boodschap aan mensen die briefjes uitdelen dat de Westerkerk te luid is.”

Gemeenteraadsverkiezingen

“Ten slotte komen de gemeenteraadsverkiezingen er weer aan. Dat is bij uitstek een moment om aandacht te vragen voor de nachtcultuur. Wij mogen ons wat mij betreft allemaal wat meer uitspreken voor de vreemde, experimentele, lieve stad. Dat we het niet alleen maar hebben over “de rafelranden van de stad”, maar Amsterdam zelf als rafelrand zien. Als nachtburgers en paradijsvogels zelfs hier hun ei niet meer kwijt kunnen zijn we echt zwaar de pineut.”