
Amsterdam herbergt bijzondere kunstenaars en Vrije Tijd Amsterdam deelt graag hun verhaal. Vandaag stellen we een aantal vragen aan Espen Strandhagen.
Wilt u zichzelf eerst eens introduceren?
“Mijn naam is Espen Strandhagen, ik ben opgegroeid in een klein dorp aan de Oslofjord in Noorwegen, tussen het water en de bos, maar ik woon en werk sinds jaren in Amsterdam.”
Heeft u een art opleiding gevolgd en wat sprak u het meest aan bij de opleiding?
“In Noorwegen volgde ik een opleiding voor grafisch vormgeving, waarbij analoog letter ontwerp en de precisie hiervan een onderdeel was die mij goed lag. Daarna heb ik beeldende kunst gestudeerd aan de KABK in Den Haag. Het Internationale milieu, de tijd en vrijheid om te zoeken naar en je eigen (vorm)taal te ontwikkelen, is heel bijzonder.”
Is er een ruimte waar u helemaal zichzelf kan zijn om uw kunst te creëren?
“Ik heb een bureau en een tekentafel naast een raam met uitzicht over achterhuizen en in de verte de Westertoren. Aan de wanden heb ik een aantal aanzichtkaarten, kleine teksten en sketchjes waarmee ik soms denk iets mee te willen doen. Achter mij in dezelfde ruimte staat een grote Monstera plant en een luie stoel voor het nadenken en dagdromen.”
Met welke materialen werkt u het liefst en hoe komt uw werk tot stand?
“De voornaamste materialen waarmee ik werk zijn papier, potlood en kleurpotloden. Maar voordat ik de tekening überhaupt begin schrijf ik erover om de ideeën erachter te vangen voordat ze verdwijnen in het vaak langzame tempo van mijn werkproces. Zo ontstaat er een soort archief van gedachten en heb ik iets om op terug te vallen.”
Heeft u een specifiek thema dat u in het proces van uw werk aanhoudt?
“Veel inspiratie haal ik uit mijn omgeving hier in Amsterdam. De aspecten van de stad zijn terugkomende thema’s in mijn werk. Zoals de kleine stillevens van gebroken klinkers, putdeksels of gevallen Amsterdammertjes en hoe de stadsnatuur de straten eigen maakt. Daarnaast zijn de tientallen brugwachtershuisjes een blijvende inspiratie door hún uitgesproken vorm en specifieke functie. Dit alles nodigt uit om verhalen te vertellen.”
Hoe kijkt u naar kunst en wat zijn uw inspiratiebronnen?
“Vaak is de kunst die ik bijzonder vind en die mij inspireert, ver weg van mijn eigen stijl. Het moet een soort mysterie en verwondering bevatten over hoe het gemaakt kan zijn. Het bezoeken van tentoonstellingen, ontmoetingen met collega-kunstenaars en de gesprekken die ontstaan over werk en ideeën waardeer ik zeer. Kunst biedt een ander perspectief op onze samenleving en draagt bij aan begrip voor elkaar.”
Wat zijn uw favoriete stromingen in de kunstgeschiedenis?
“De kunststromingen die ik lief heb lopen ver uit elkaar. Aan de ene kant vind ik het werk van de pre-Raphaelites, het sprookjesachtige van de Noorse romantiek zoals Theodor Kittelsen en de volkse ambacht bijzonder. Aan de andere kan voel ik mij thuis midden in de brutalistische betonnen utopie van de Barbican Centre in London.”
Vindt u Amsterdam als kunstenaar een inspirerende stad?
“Amsterdam heeft zoveel te bieden op cultureel vlak, maar ook de stad zelf en hoe wij erin bewegen zijn inspirerend. Zoals eerder genoemd haal ik hier veel inspiratie voor mijn werk uit, de kleine verassingen in het straatbeeld, de natuur en cultuur die de schaarste ruimte deelt.”
Staan er nog solo- en/of groepsexposities op de agenda?
“Ik verheug mij op de groepstentoonstelling (UN)TAMED TERRITORIES, van 14 t/m 18 mei in de Dokzaal in Amsterdam. Hier exposeer ik samen met Roland Berning, Geertje Geertsma, Nanna Lahn, Jacqueline Lamme, Jet Nijkamp en Barbara Rink. Op 14 juni opent de 13de editie van het Tekenkabinet, georganiseerd door Manja van der Storm, waar ik ook dit jaar een paar tekeningen mag presenteren.”