Het Huis Willet-Holthuysen is een museum in Amsterdam. De Amsterdamse Grachtengordel is UNESCO-werelderfgoed. Daarmee is ook het museum ‘Huis Willet-Holthuysen’, gelegen aan de Herengracht, onderdeel van dit erfgoed. Het grachtenpand is daarnaast een rijksmonument. Het staat bekend om prachtige stijlkamers en vooral om de inrichting van die ruimtes. Wie door dit huis loopt, krijgt een goede indruk van het wonen in een chic grachtenpand zo rond de 18e en de 19e eeuw. Het huis zelf is ouder want het werd al vanaf 1685 gebouwd door een Amsterdamse pensionaris, Jacob Hop. Het is nu een museum met een weelderige verzameling aan zilver, kunstwerken, glaswerk, boekbanden en keramiek.
Van weelderig woonpaleis tot rijk museum
Hoewel het huis in de 17e eeuw werd opgetrokken, toont de huidige gevel een 18e-eeuwse bouwstijl. De gevel uit 1739 is namelijk uitgevoerd in de Lodewijk XIV stijl en doet daarom barok aan. De bewonersgeschiedenis maakt duidelijk dat zo’n twintig families het huis ooit hebben betrokken waaronder de bekende koopmansfamilies Deutz en Backer. De collectie die je binnen tegenkomt, is echter van het echtpaar Abraham Willet en Louisa Holthuysen. Hetgeen die twee verzamelden aan het einde van de 19e eeuw, valt nu in de salons, trappenhuizen en gangen te bewonderen. Deze rijke collectie ging na het overlijden van Louisa over aan de stad Amsterdam maar wel op voorwaarde dat het huis als museum zou worden geëxploiteerd. Met als naam: Huis Willet-Holthuysen.
Ronddwalen tussen (toegepaste) kunst
Van het huis kun je nu drie verdiepingen bekijken. In het souterrain vind je een goed ingerichte keuken die leidt naar een formele tuin, vormgegeven volgens de regels van de Franse tuinarchitectuur. Dat betekent dat je een strakke, zeer symmetrische tuin te zien krijgt. De meest indrukwekkende verdieping is de bel-etage. Deze verdieping lijnt eetzaal, balzaal en centrale hal aaneen. Een trap hoger is nog de bovenetage toegankelijk (slaapkamer).
Een kamer die verhuisd werd
Een van de stijlkamers van het museum is de blauwe salon. Deze ruimte behoort oorspronkelijk niet bij het huis maar is van een ander grachtenpand naar het museum overgebracht. De blauwe salon is verrijkt met werk van Jacob de Wit (1695-1754, bekend om zijn religieuze stukken). Van zijn hand is een plafondschildering te zien en een grisaille (grauwschildering).
Een gedeelde passie voor de kunsten
Het is aan het echtpaar Abraham Willet (1825-1888) en Louisa Holthuysen (1824-1895) te danken dat het interieur van het museum er nu zo rijk uitziet. Willet gold als lid van Arti et Amicitae en zijn collectie werd lang beschouwd als het ‘hart’ van de kunst in het pand. Nadere studie heeft echter uitgewezen dat zijn vrouw Louisa wel degelijk ook heeft bijgedragen aan de kunstvoorwerpen en schilderijen die nu in het museum te zien zijn. Haar ouders kochten het pand aan de Herengracht en Louisa erfde dat. Zelf had ze al een voorliefde voor kunst en deelde die met haar latere man Abraham Willet.
Veel 19e-eeuwse schilderijen
Louisa kocht veel werk van Franse en Nederlandse meesters die in de tweede helft van de 19e eeuw werk maakten, voor Louisa dus hedendaags werk. Haar duurste aankoop was een werk voor 5000 gulden, een stilleven van Blaise Alexandre Desgoffe. De inrichting van de ruimtes in het huis kan gelden als de ‘vaste’ tentoonstelling. Daarnaast biedt het huis elk half jaar ruimte aan een tijdelijke tentoonstelling.
Het Huis Willet-Holthuysen is een museum in Amsterdam. De Amsterdamse Grachtengordel is UNESCO-werelderfgoed. Daarmee is ook het museum ‘Huis Willet-Holthuysen’, gelegen aan de Herengracht, onderdeel van dit erfgoed. Het grachtenpand is daarnaast een rijksmonument. Het staat bekend om prachtige stijlkamers en vooral om de inrichting van die ruimtes. Wie door dit huis loopt, krijgt een goede indruk van het wonen in een chic grachtenpand zo rond de 18e en de 19e eeuw. Het huis zelf is ouder want het werd al vanaf 1685 gebouwd door een Amsterdamse pensionaris, Jacob Hop. Het is nu een museum met een weelderige verzameling aan zilver, kunstwerken, glaswerk, boekbanden en keramiek.
Van weelderig woonpaleis tot rijk museum
Hoewel het huis in de 17e eeuw werd opgetrokken, toont de huidige gevel een 18e-eeuwse bouwstijl. De gevel uit 1739 is namelijk uitgevoerd in de Lodewijk XIV stijl en doet daarom barok aan. De bewonersgeschiedenis maakt duidelijk dat zo’n twintig families het huis ooit hebben betrokken waaronder de bekende koopmansfamilies Deutz en Backer. De collectie die je binnen tegenkomt, is echter van het echtpaar Abraham Willet en Louisa Holthuysen. Hetgeen die twee verzamelden aan het einde van de 19e eeuw, valt nu in de salons, trappenhuizen en gangen te bewonderen. Deze rijke collectie ging na het overlijden van Louisa over aan de stad Amsterdam maar wel op voorwaarde dat het huis als museum zou worden geëxploiteerd. Met als naam: Huis Willet-Holthuysen.
Ronddwalen tussen (toegepaste) kunst
Van het huis kun je nu drie verdiepingen bekijken. In het souterrain vind je een goed ingerichte keuken die leidt naar een formele tuin, vormgegeven volgens de regels van de Franse tuinarchitectuur. Dat betekent dat je een strakke, zeer symmetrische tuin te zien krijgt. De meest indrukwekkende verdieping is de bel-etage. Deze verdieping lijnt eetzaal, balzaal en centrale hal aaneen. Een trap hoger is nog de bovenetage toegankelijk (slaapkamer).
Een kamer die verhuisd werd
Een van de stijlkamers van het museum is de blauwe salon. Deze ruimte behoort oorspronkelijk niet bij het huis maar is van een ander grachtenpand naar het museum overgebracht. De blauwe salon is verrijkt met werk van Jacob de Wit (1695-1754, bekend om zijn religieuze stukken). Van zijn hand is een plafondschildering te zien en een grisaille (grauwschildering).
Een gedeelde passie voor de kunsten
Het is aan het echtpaar Abraham Willet (1825-1888) en Louisa Holthuysen (1824-1895) te danken dat het interieur van het museum er nu zo rijk uitziet. Willet gold als lid van Arti et Amicitae en zijn collectie werd lang beschouwd als het ‘hart’ van de kunst in het pand. Nadere studie heeft echter uitgewezen dat zijn vrouw Louisa wel degelijk ook heeft bijgedragen aan de kunstvoorwerpen en schilderijen die nu in het museum te zien zijn. Haar ouders kochten het pand aan de Herengracht en Louisa erfde dat. Zelf had ze al een voorliefde voor kunst en deelde die met haar latere man Abraham Willet.
Veel 19e-eeuwse schilderijen
Louisa kocht veel werk van Franse en Nederlandse meesters die in de tweede helft van de 19e eeuw werk maakten, voor Louisa dus hedendaags werk. Haar duurste aankoop was een werk voor 5000 gulden, een stilleven van Blaise Alexandre Desgoffe. De inrichting van de ruimtes in het huis kan gelden als de ‘vaste’ tentoonstelling. Daarnaast biedt het huis elk half jaar ruimte aan een tijdelijke tentoonstelling.
